Week van de Rechtstaat: Vertrouwen tussen lidstaten staat op het spel
Het is de week van de rechtspraak. Een mooi moment om onze aandacht te richten op een prangende vraag die meer en meer naar de voorgrond komt in de Europese Unie. De Europese Unie is gestoeld op wederzijds vertrouwen en heeft op basis van dat vertrouwen een hoop mechanisme ontwikkeld om efficiënt en effectief te kunnen samenwerken. Denk bijvoorbeeld aan het Schengeninformatiesysteem (SIS). Met zo’n 4 miljard raadplegingen per jaar wordt het SIS als één van de fundamenten gezien van de Europese politie- en justitiesamenwerking. Het SIS zorgt ervoor dat informatie over personen die in Nederland gezocht worden in heel Europa bekend is, waardoor de politie in bijvoorbeeld Duitsland of Bulgarije, op grond daarvan actie kan ondernemen. Met het afschaffen van de Europese binnengrenzen is dergelijke samenwerking onmisbaar geworden.
Maar wat als je een collega lidstaat niet meer kunt vertrouwen dat ze een dergelijk systeem alleen op juridisch correcte gronden wordt gebruikt? Wat als een EU-systeem bijvoorbeeld misbruikt wordt om ongewenste politieke tegenstanders op te sporen van de oppositie of van Ngo’s? Die angst is een realiteit geworden nu in verschillende lidstaten de rechtstaat alsmaar verder wordt uitgehold. Niet voor niets dat de rechtbank in Amsterdam een proces is gestart bij het Europees Hof van Justitie om te bepalen of Polen nog deel zou mogen uitmaken van dit Europees systeem van samenwerking. Uit angst dat verdachten in Polen geen eerlijk proces zullen krijgen heeft de rechtbank per direct besloten om geen verdachten meer uit te leveren aan Polen in afwachting van de uitspraak van het EU Hof. De uitspraak wordt in december verwacht.
Ook het Europees Parlement maakt zich al lange tijd zorgen over de uitholling van de rechtstaat in lidstaten als Polen en Hongarije, niet voor niets dat er tegen beide landen een artikel-7-procedure loopt. Maar we zien ook de onmacht van zowel de Europese Commissie als de Raad om dit probleem adequaat aan te pakken. De Europese Commissie kan juridisch nog te weinig en in de Raad houden Polen en Hongarije elkaar de hand boven het hoofd. Vandaar dat het Europees Parlement in de huidige onderhandelingen over de Europese begroting nu all-in gaat op een koppeling tussen het ontvangen van EU-subsidiegelden en de situatie van de rechtstaat. Neemt een lidstaat het niet zo lief met de rechtstaat dat moet wat ons betreft de geldkraan dicht.
Indien het Hof inderdaad ertoe besluit dat er in Polen geen eerlijk proces meer kan plaatsvinden dan zullen de gevolgen verstrekkend zijn. Niet alleen voor de honderden overleveringen die nu jaarlijks plaatsvinden op basis van blind vertrouwen, maar voor het hele bouwwerk van de EU. Het hele systeem van EU-rechtspraak én de open grenzen zijn dan geen vanzelfsprekendheden meer maar komen dan ter discussie te staan.