Betere defensiesamenwerking in Europa

Gepubliceerd op 6 juli 2018

De uitdagingen op het gebied van veiligheid in en rondom Europa worden alsmaar groter. Denk aan het niet-constructieve optreden van Rusland, de instabiele situatie in Noord-Afrika, en de terreur- en cyberdreigingen. Ook de onberekenbare buitenlandpolitiek van de VS en het aanstaande vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU vergroten nóg meer de noodzaak voor betere en sterkere samenwerking binnen Europa, ook op militair gebied.

Ieder jaar geven de 28 lidstaten een slordige 200 miljard euro uit aan defensie, maar die investeringen zijn verdeeld over talloze verschillende types pantservoertuigen, een dozijn verschillende tankvliegtuigen en ongeveer 20 gevechtsvliegtuigen. Als we dit in Europees verband oppakken en nauwer samenwerken, komt er een bedrag van meer dan 25 miljard euro vrij. Dat maakt een goedkopere, modernere en beter uitgeruste defensie in Europa mogelijk.

Gelukkig worden we ons hier steeds meer van bewust. Daarom hebben we als parlement ingestemd met de oprichting van een investeringsprogramma ter ondersteuning van de Europese defensie-industrie. Met hulp van de NAVO moet Europa in militair opzicht meer op eigen benen kunnen staan. Via dit investeringsfonds kunnen Nederlandse ondernemingen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van defensieprojecten, aangezien ons land diverse belangrijke spelers uit de militaire industrie in huis heeft. Mede dankzij mijn CDA-collega Esther de Lange is er binnen het programma ook speciale aandacht voor het midden- en kleinbedrijf: als er kleinere ondernemingen betrokken zijn bij een bepaald militair project, wordt dit project extra gefinancierd vanuit het Europese investeringsprogramma. Dit is bedoeld om een tegenwicht te bieden aan de grote bedrijven uit de zuidelijke lidstaten die anders de defensie-industrie zouden bepalen.

In de eerste defensieprojecten voor de komende twee jaar wordt ongeveer een half miljard euro geïnvesteerd. Met ingang van 2020 wordt dit een jaarlijks bedrag van 1 miljard euro, aangevuld met investeringen (rondom 5 miljard) vanuit de landen zelf. Het investeringsfonds kan alleen aangewend worden voor projecten waar minstens drie ondernemingen uit even zoveel lidstaten bij betrokken zijn. Denk bij mogelijke projecten aan de gezamenlijke ontwikkeling van technologie, wapensystemen en andere materieel. Wel gelden er nog ‘ethische’ beperkingen: de ontwikkeling van vuurwapens die voornamelijk voor de export bestemd zijn, komt bijvoorbeeld niet in aanmerking voor financiering vanuit het investeringsfonds.

 

Foto: 

Terug naar het overzicht