Opsporing en redding in het Middellandse Zeegebied
Het Europees Parlement is het niet gelukt om overeenstemming te vinden over een oproep om de aanwezigheid van opsporing en reddingsoperaties te versterken in de Middellandse Zee. Dit is zeer te betreuren omdat ik vind dat het onze morele en juridische plicht is om mensen in nood op zee te redden. Maar we mogen daarbij het feit niet negeren dat mensensmokkelaars inspelen op de aanwezigheid van bijvoorbeeld ngo-schepen. Voor mij en voor vele van mijn collega’s is het daarom heel belangrijk dat er een gebalanceerde tekst zou komen te liggen. Dat verzoek vond keer op keer geen gehoor. Eén punt sprong er in het bijzonder uit: om draagvlak te behouden voor het toekennen van asiel aan mensen die dat keihard nodig hebben, moeten we het verschil kunnen maken tussen echte vluchtelingen en economische migranten. Collegaparlementariërs van GroenLinks en de PvdA die dat verschil wel maken in verkiezingsdebatten en artikelen in de krant, laten het afweten zodra het op een stemming aankomt. Ook D66 zet zich niet in om een dergelijk onderscheid te maken. Erg jammer dat een oproep over een onderwerp waar gemakkelijk een politieke meerderheid op gevonden moet kunnen worden moet klappen omdat sommige politieke partijen het op de spits drijven.