EU-Turkije

Gepubliceerd op 6 juli 2017

De relatie tussen de EU en Turkije is al langere tijd gespannen, zeker na de mislukte couppoging van vorig jaar en de maatregelen die President Erdoğan vervolgens nam. Ook het referendum van afgelopen april, en de aanloop daar naar toe heeft de relatie alleen maar verslechterd. Er is nog steeds een gebrek aan een functionerende rechtsstaat en de vrijheid en onafhankelijkheid van de media staan ook steeds verder onder druk. Vele journalisten zitten nog vast en afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat ook de directeur van Amnesty International in Turkije opgepakt is.

Als Parlement hebben we deze week de Commissie opgeroepen om de toetredingsgesprekken over een EU-lidmaatschap voor Turkije op te schorten mocht Turkije de grondwetswijzigingen doorvoeren De grondwetswijziging zorgt voor een grote versterking van de macht van President Erdoğan en is onverenigbaar met de criteria van Kopenhagen. Deze criteria zijn opgesteld door de EU en vormen de minimumvoorwaarden waaraan niet-EU-landen in ieder geval moeten voldoen om in aanmerking te komen voor lidmaatschap van de Europese Unie. Het gaat hierbij onder andere om het hebben van stabiele instellingen, het respecteren van de democratische principes en mensenrechten, het hebben van een functionerende markteconomie en het overnemen van het Europese gemeenschapsrecht.

Momenteel krijgt Turkije jaarlijks een flink bedrag van de EU uit de pre-toetredingsfondsen. Met het opschorten van de gesprekken zou ook dit geld komen te vervallen. Als Parlement hebben we opgeroepen om dit vrijgekomen geld dan te gebruiken om het maatschappelijk middenveld in Turkije te ondersteunen. De uiteindelijke beslissing om de toetredingsgesprekken op te schorten ligt bij de Europese leiders. Ik hoop dat zij gehoor zullen geven aan onze oproep.

Terug naar het overzicht