Op naar een toekomstbestendige infrastructuur
Wat transport, energie en digitalisering met elkaar te maken hebben? Allen zijn ze in hoge mate afhankelijk van infrastructuur om verder te kunnen ontwikkelen. Denk hierbij aan het verbinden van grote snelwegen in Europa, het aanleggen van grensoverschrijdende elektriciteitsverbindingen en het realiseren van digitale hoge capaciteitsnetwerken zoals 5G.
Om deze infrastructuur toekomstbestendig te maken hebben we woensdag in het Europees Parlement een voorstel aangenomen over het meerjarig budget van het zogeheten `Connecting Europe Facility´ (CEF) programma. Hierbij hebben we besloten dat voor de periode 2021-2027 in totaal €43.85 miljard voor dit programma beschikbaar gesteld moet worden. Hiervan gaat €33.51 miljard naar transport, €7.68 miljard naar energie en €2.66 miljard naar digitale projecten.
Dit is natuurlijk een hoop geld, maar dit geld is hard nodig om het hoofd te bieden aan toekomstige uitdagingen. Door te investeren in deze infrastructuur verbeteren we namelijk de mobiliteit en energievoorziening binnen Europa en maken we onze digitale netwerken klaar voor technologische ontwikkelingen zoals zelfrijdende auto´s en digitalisering van industrie. Op deze manier draagt dit programma in grote mate bij aan economische groei en werkgelegenheid, en worden we minder afhankelijk van import van energie uit landen als Rusland. Bovendien is 60% van het CEF-budget erop gericht om bij te dragen aan het behalen van klimaatdoelstellingen zoals het terugdringen van CO2-uitstoot door het gebruik van hernieuwbare energie, en het beperken van de opwarming van de aarde. Tenslotte ben ik blij dat de Europese Commissie besloten heeft geld beschikbaar te maken om de spoorlijnen tussen Heerlen en Aken aan te pakken. Mogelijk wordt daardoor in de toekomst weer een directe treinverbinding tussen beide steden mogelijk.
Foto: