Europees Parlement neemt pakket noodmaatregelen aan
Donderdag hebben we een pakket met een drietal noodmaatregelen aangenomen om de grootste klappen van het coronavirus op te kunnen vangen. Mijn collega’s en ik konden bij hoge uitzondering van huis uit digitaal per e-mail stemmen zodat we niet fysiek in de plenaire zaal aanwezig hoefden te zijn.
Ten eerste hebben we goedkeuring gegeven om €37 miljard vrij te maken uit bestaande structurele fondsen om zorgstelsels, en de meest kwetsbare sectoren te ondersteunen. Daarbij denk ik vooral aan het MKB, dat verantwoordelijk is voor maar liefst 70% van de Nederlandse werkgelegenheid en daarmee de motor van onze economie is. Voor veel MKB-bedrijven zijn de marges klein en de financiële buffers beperkt. De grote terugloop in omzet komt voor hen dus enorm hard aan. Omdat thuis werken bij slechts 15% van de MKB-bedrijven een goede optie is, zijn ontslagen niet te voorkomen. In aanvulling hierop hebben de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) een steunprogramma voorgesteld dat €28 tot €40 miljard MKB-financiering zou moeten mobiliseren. Hopelijk bieden deze Europese maatregelen samen met het Nederlandse financiële noodpakket voldoende steun om zoveel mogelijk MKB-bedrijven overeind te houden.
Ten tweede hebben we ingestemd met een voorstel om het EU-solidariteitsfonds ook in te zetten in crisissituaties op het gebied van volksgezondheid. Op deze manier komt er voor 2020 €800 miljoen beschikbaar voor lidstaten voor de aanpak van mogelijke gezondheidscrises.
Ten derde stemden we donderdag ook voor de opschorting van EU-regels inzake ‘luchthavenslots’. Deze slots zijn eigenlijk rechten die vliegtuigmaatschappijen kopen om tussen bepaalde luchthavens op en neer te mogen vliegen. Momenteel zijn vliegtuigmaatschappijen verplicht ten minste 80% van hun start- en landingsslots daadwerkelijk te gebruiken. Door de enorme terugloop in passagiersaantallen zijn de maatschappijen door deze regel gedwongen om met vrijwel lege toestellen te blijven vliegen. U kunt zich voorstellen dat deze gang van zaken gepaard gaat met hoge kosten voor economie en milieu. Aan deze ‘spookvluchten’ hebben we nu gelukkig een einde gemaakt.
Naast de eerdergenoemde financiële maatregelen, vindt er momenteel ook discussie plaats over het al dan niet inzetten van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Ik ben het eens met onze minister van Financiën Wopke Hoekstra dat we dit fonds niet blindelings moeten gebruiken. Het ESM is immers bedoeld als laatste redmiddel in een economische crisis en in principe niet voor de aanpak van een gezondheidscrisis. Ook moeten we niet direct alle middelen opgebruiken terwijl we nog niet weten hoe de crisis zich verder zal ontwikkelen. Indien we besluiten het ESM in te zetten, dan is het in ieder geval van belang om goed af te spreken onder welke voorwaarden landen dit fonds mogen gebruiken.
Minister Hoekstra pleitte afgelopen week bovendien voor een EU-buffer tegen een toekomstige pandemie, en een EU-depot met voorraden van goederen die schaars zijn tijdens een dergelijke crisis. Daar ben ik het volledig mee eens. Door je voor te bereiden op het ergste kan een heleboel leed in de toekomst voorkomen worden.