Europees Hof: geldkraan mag dicht als landen rechtsstaat schenden
Woensdag kwam het Europees Hof van Justitie met haar langverwachte uitspraak over de rechtmatigheid van de Conditionaliteitsverordening voor de rechtsstaat. Dit instrument maakt het mogelijk om Europese subsidies stop te zetten voor landen waar de beginselen van de rechtsstaat worden geschonden, en waardoor Europees geld mogelijk in verkeerde handen valt of niet wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is. De verordening bestaat al sinds begin 2021, maar is tot op heden nooit ingezet door de Europese Commissie omdat zij wilden afwachten wat het Hof erover te zeggen had. Polen en Hongarije waren deze zaak bij het Hof gestart omdat ze onder meer vonden dat er geen juridische basis voor was, de EU ermee buiten haar bevoegdheden treedt en het indruist tegen het beginsel van rechtszekerheid. Het Hof heeft afgelopen week dus al deze klachten naar de prullenbak verwezen.
De uitspraak komt niet als een verrassing. Er was al eerder een opinie van het Hof verschenen die dezelfde richting in wees en bovendien was het duidelijk dat Polen en Hongarije deze zaak voornamelijk gestart waren om tijd te winnen. Beide landen vrezen immers door dit instrument veel Europees geld mis te lopen. Ze liggen al jaren onder vuur vanwege belangenverstrengeling, corruptie en hervormingen die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en vrijheid van de media aantasten. We hebben als Parlement de Commissie al eerder bekritiseerd voor het feit dat ze zo lang wachten om actie te ondernemen. Nu het Hof groen licht heeft gegeven roep ik de Commissie dan ook met klem op om dit rechtsstaatsinstrument zo snel mogelijk in te zetten, zodat landen die misbruik maken van Europees geld een flinke financiële draai om de oren krijgen.
Zie hieronder mijn bijdrage in het plenaire debat.