Boycot op Russische olie
Voorzitter Von der Leyen (Europese Commissie) kondigde afgelopen week een nieuw Europees sanctiepakket aan tegen Rusland. In het nieuwste sanctiepakket staan zaken opgenomen als het verantwoordelijk houden van militaire officieren voor oorlogsmisdaden in Boetsja en de belegering van Marioepol. Verder worden drie Russische omroepen die in bezit zijn van de Russische staat verbannen vanwege het verspreiden van leugens. Ook zal het voor Russische bedrijven niet meer mogelijk zijn om EU-consultancy diensten te ontvangen en worden meerdere Russische banken, waaronder Sberbank, goed voor 37 procent van de Russische bankensector, afgekoppeld van het Swift-systeem. Dit moet een volledige isolatie van het Russische financiële systeem verder bestendigen.
De vijfde, en laatste sanctie, zal ongetwijfeld het meest effect hebben op onze unie. In het voorgaande sanctiepakket werd al het verbod op het importeren van Russische steenkool geïntroduceerd. Nu stelt de Commissie ook voor om een Russische olieboycot in te stellen. Naast dat dit Rusland verder zal uitsluiten van internationale handel, zal het ook merkbare gevolgen hebben voor de Europese economie die al eerder werd getroffen door de Covid-19 pandemie. Alle lidstaten moeten instemmen met de sancties voordat deze doorgevoerd kunnen worden. Als het gaat om een verbod op de import van Russische olie zijn zeer afhankelijke lidstaten als Hongarije en Bulgarije tegen. Ook Tsjechië en Slowakije hebben moeite hiermee, maar hebben wel oor naar een overgangsperiode. Voorzitter von der Leyen gaf aan de toelevering van ruwe olie binnen zes maanden te willen stopzetten en die van geraffineerde olieproducten aan het einde van het jaar. Op deze manier hoopt de Commissie maximale druk uit te oefenen op Rusland en tegelijkertijd de nevenschade te beperken voor onszelf en onze partners. Hoewel de EU inderdaad haar aanbod zal moeten diversifiëren en versneld moet overstappen op groene energie, moeten we ook rekening houden met de oplopende gevolgen van deze oorlog. De brandstofprijzen hebben een grote impact op families, bedrijven en industrieën. We moeten op een slimme manier te werk gaan zodat de druk op onze industrieën niet de ondergang van een sterke Europese economie zal betekenen. De sterke economie die het juist nu mogelijk maakt Oekraïne te steunen. In aanvulling daarop moeten we oog hebben voor energie-armoede, voor mensen die het simpelweg niet kunnen veroorloven om hun huis te verwarmen. De Europese eenheid moet erop toezien dat niemand in de kou blijft staan door te voorzien in een billijk transitiebeleid dat aandacht heeft voor ons sociaal en economisch model.